

De praktijk is het beleid ver vooruit
De praktijk is het beleid ver vooruit
In Nederland zijn veel te weinig ontmoetingen tussen ontwerpers, toekomstdenkers en praktijkmensen. En er is een groot gebrek aan experimenteerruimte. De prijsvraag draagt de belofte in zich van nieuwe onverwachte wegen, zegt Jan Douwe van der Ploeg, jurylid en emeritus hoogleraar rurale sociologie (WUR).
‘Nederland loopt achter’, constateert Van der Ploeg. ‘Ik ben vaak in Frankrijk, Duitsland en Italië, waar in de agrarische sector veel meer nieuwe technologie, arrangementen en multifunctionele oplossingen bedacht en uitgevoerd worden. Hopelijk geeft de prijsvraag een flinke boost. Want, het is zo klaar als een klontje dat het landbouw- en voedselsysteem op de schop moet, ook om de Parijse klimaatdoelstellingen te halen in 2040.
‘Daarbij is variatie in praktische zin nodig. Op het moment van transitie, als je moet overwegen welke kant je uitgaat, wil je naast de dominante weg kunnen kiezen uit een breed scala van mogelijkheden.’
Sprong naar de toekomst‘We moeten dus zoeken naar verscheidenheid in plaats van verder standaardiseren, zoals nu gebeurt. In Nederland is men gewend om een specifiek probleem te identificeren en daar een specifieke technologische oplossing voor te vinden. Maar we moeten een sprong naar de toekomst maken, modules bedenken die in technologisch en ecologisch en sociaal opzicht oplossingen bieden. In Nederland heerst monotonie. De landbouw is een woestenij, ook ecologisch, waar alle veerkracht uit is verdwenen. Gelukkig zijn er oases. Bedrijven die elkaar opzoeken met een multifunctionele opzet; jonge mensen die eigen afzetkanalen creëren.
‘Over het institutioneel vermogen van ministerie en landbouworganisaties om de bakens te verzetten ben ik somber, maar een deel van de praktijkmensen is het beleid al ver vooruit. Dat is een moedgevende ontwikkeling, die de prijsvraag nog verder kan ondersteunen.’
Tot de verbeelding sprekenVeranderingen ontkiemen vaak in kleinere projecten, op het oog nietig maar geworteld in de praktijk. Initiatieven die kunnen uitgroeien tot substantieel formaat, zegt Van der Ploeg.
Hij geeft het voorbeeld van de Friese boeren. ‘Toen het rijk een streep zette door de Nationale Landschappen, namen de bevolking en de boeren de zorg voor het landschap en het natuurbeheer van de Noordelijke Friese Wouden op zich. Aanvankelijk werkten 36 boeren samen. Vijfentwintig jaar later hebben circa duizend boeren 50.000 ha land onder hun hoede.’
‘Dat het bij de prijsvraag vaak om lokale projecten zal gaan, kan juist een voordeel zijn. Lokale projecten ontvouwen zich in tijd en ruimte. Oplossingen die werken en tot de verbeelding spreken komen uiteindelijk op hoger schaalniveau terecht.’
Andere blogs
- Een natuurinclusief landbouwsysteem
- Op werkbezoek in Toscane
- De das heeft het voedselbos al ontdekt
- Het grootste voedselbos van Nederland
- A match made in Klarenbeek
- “Alles wat aandacht krijgt groeit”
- Anders kijken naar ingewikkelde vraagstukken voor het platteland
- Beeldverslag: Inspiratiebijeenkomst #2 Gelderland Overijssel
- Beeldverslag: Inspiratiebijeenkomst #2 Noord-Brabant
- Blijf radicaal en deins niet terug
Over de prijsvraag
De prijsvraag Brood en Spelen doet een beroep op boeren en ondernemende grondeigenaren: ontwikkel samen met ontwerpers en anderen met vernieuwende ideeën perspectieven voor het platteland.
Contact
Neem contact met ons op via de contact pagina